Van 27 april tot 30 mei 2022 is “Waarom schrijf je me niet” – Post uit de Vergetelheid voor de allerlaatste keer te zien zijn in het Huis der Provincie, Markt 11, 6811 CG Arnhem. Geopend op werkdagen van 8.00- 18.00 uur.

Wil je aanwezig zijn bij de opening dinsdag 26 april om 15.00 uur meld je aan: info@lottyvefferfoundation.nl. Gerda Brethouwer, directeur van het Nationaal Onderduikmuseum, interviewt mensen die bij hebben gedragen aan de totstandkoming van de tentoonstelling.
Er is toegang voor een beperkt aantal mensen.

Ooit werd filatelist Bennie Vlaskamp op een markt getriggerd door twee brieven uit concentratiekamp Dachau. En in plaats van postzegels ging hij vanaf toen op zoek naar brieven en kaarten met postzegels uit kampen en getto’s.
Ondergetekende Mirjam Huffener ontmoette hem op een reis naar Sobibor en raakte geïntrigeerd door het verhaal dat je alleen al uit die postzegels kunt aflezen. Aan de hand van de beelden kun je het verloop van de oorlog volgen – van mooie blonde mensen, stoere soldaten, Hitler die een kind over z’n bolletje aait naar grimmige oorlogssituaties tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Met mijn partner en redacteur Arie van Dalen maakten we in 2009 een eerste reizende tentoonstelling over brieven en kaarten uit de getto’s en nazi-kampen, censuur en propaganda.
Onze tentoonstelling trok veel bekijks maar het was wel ‘een boek aan de wand’. Daarbij kwam dat er vanuit onze directe omgeving mensen dagboeken en brieven van hun familie wilden delen. Want verhalen vertellen roept ook weer nieuwe verhalen op.

Met subsidie van o.a. Provincie Gelderland en Interreg Nederland-Deutschland realiseerden we de huidige Nederlands-Duitse reizende tentoonstelling die vanaf 2017 door Nederland en Duitsland reisde.

Boven: 1940 Postzegel van Hitler met kind, uitgegeven bij zijn verjaardag. Onder: Februari 1945 moeten alle mannen tussen 16 en 60 jaar  in dienst van het volksleger.

De hoofdpersonen
Aan de hand van hun brieven en dagboeken worden vijf hoofdpersonen gevolgd. Vier vertellers (Karsu, Natascha van Weezel, Ad van Liempt en de Duitse acteur Rauand Taleb) leggen nadrukkelijk een verbinding met het heden via de thema’s ‘communicatie’, ‘censuur’ en ‘privacy’ toen, tijdens WOII, en nu, in het huidige tijdperk van internet.

Vluchten en onderduiken
Met het verhaal van een Joodse jongen, Wolfgang Maas, die al in 1936 vanuit Duitsland naar Winterswijk vluchtte, diepten we het hedendaagse thema ‘vluchtelingenbeleid toen en nu’ verder uit. Want wat we kunnen leren van de oorlog, wat voor betekenis die verhalen van toen hebben voor nu, dat vinden wij als na-oorlogse generatie belangrijk.
Wolfgang kreeg verkering met een Joods meisje, Thea Windmuller. Samen ondergingen ze de Jodenvervolging in Nederland. Die dwingt hen er uiteindelijk toe onder te duiken. Het is een romantisch verhaal, dat verschrikkelijk eindigt. Hij liet 78 brieven en zij dagboeken vanaf 1939 na.
Hun geschiedenis voegde ik aan de tentoonstelling toe i.s.m. Gerda Brethouwer, directeur van het Nationaal Onderduikmuseum.

De houding in Nederland tijdens en na de oorlog
De winkel en de woning in Winterswijk van Thea Windmullers’ ouders werden onteigend. Voor Thea werd een baantje gevonden bij het gezin Vromen die in een statig huis woonden op de Deventerweg 81. De papierhandelaar Meijer Vromen was bestuurslid van de Joodse gemeente. In 1942 werd de woning door de Duitse bezetter onteigend. De familie Vromen dook in 1943 onder en werd een jaar later gedeporteerd en vermoord in Auschwitz. In de tussentijd werd hun woning gekocht door Herman Godefridus Hiemstra, een bekende opkoper van Joods vastgoed in Zutphen. Abraham Vromen, overlevende zoon van Meijer Vromen uit een eerder huwelijk, kreeg het huis pas in 1949 terug, jaren na het einde van de oorlog. Het is slechts één van de schrijnende voorbeelden hoe er in de Tweede Wereldoorlog met het Joods vastgoed in Zutphen werd omgegaan. (Bron: De Stentor).
De onhandige Thea beschreef in haar dagboek de periode bij het vriendelijke gezin Vromen. Haar nichtje Mirjam Schwarz vertelt hierover in het boek “Ik hoop dat alles weer gewoon wordt – Het aangrijpende verhaal van een Joods meisje in Winterswijk tijdens WO2”.

Tonny Geelhoed-Peeters bewaarde alle brieven die haar vader Nico Peeters stuurde vanuit de kampen. Verzetsman Nico Peeters werd vroeg in de oorlog opgepakt. Via, het Oranjehotel, de gevangenis in Scheveningen kwam hij in het verschrikkelijke Kamp Amersfoort. Na meer dan een jaar komt hij in Haren en Vught. Mei 1944 werd Nico naar Dachau getransporteerd. Hij werkte in een buitenkamp onder barre omstandigheden. Februari 1945 bezweek hij aan vlektyfus.
Er zijn heel veel brieven van zijn familie naar en aan zijn familie uit Dachau. Ontroerend is te lezen hoe Nico ondanks de strenge censuur lieve en opwekkende brieven schreef aan zijn vrouw en dochters. Zo opwekkend dat de familie thuis zelfs zijn verjaardag nog viert voor de bevrijding. Achteraf bekeken valt uit de steeds kortere brieven, die ook nog eens in het Duits moesten, af te lezen dat hij uitgeput was.
Zijn kleindochter Antoinette Geelhoed is aanwezig op 26 april.

In de tentoonstelling vertelt Karsu het verhaal van het Joodse pubermeisje Wanda en haar onlangs overleden broer, Ernst Verduin

Puber in de oorlog

Ook aanwezig is Wanda’s nichtje Yoka Verduin.
Wanda Verduin was tijdens de Duitse inval een 14-jarige meisje dat in Bussum woonde en veel vrienden had bij een natuurvereniging. Op een van de jongens is ze verliefd. In 1942 dwongen de nazi’s alle Joden in westelijk Nederland naar Amsterdam te verhuizen. Ook de familie Verduin moest daaraan geloven. Wanda voelde zich steeds meer alleen, zo blijkt uit dagboeken, die ze van 27 februari tot 27 juli ’42 bijhield.
Eerst kon ze nog geregeld naar Bussum, naar haar vrienden reizen, maar op 5 juni 1942 werd een volledig reisverbod voor Joden van kracht. Wanda begon een briefwisseling met haar Bussumse vriendin Els Nieuwenhuijzen. Inclusief de brieven uit kamp Vught zijn al deze brieven bewaard gebleven. In de dagboeken schreef ze wat voor impact de maatregelen tegen Joden op haarzelf en haar omgeving had. In de brieven probeerde ze zich groot te houden. Wel liet ze blijken dat ze haar vrijheid miste.

Om deze reizende tentoonstelling te realiseren werd toentertijd een stichting in het leven geroepen. Mijn moeder, Lotty Veffer, werd de naamgeefster van de Lotty Veffer Foundation.
Zij kwam in 1943 in Kamp Vught en ging met het laatste Jodentransport naar Auschwitz en vandaar naar een werkkamp. Ze overleefde de dodenmarsen en keerde via Zweden in augustus 1945 terug naar Amsterdam. Waar niets meer was.
Ze stond met haar vriendinnen, verzetsvrouwen, aan de wieg van het herinneringscentrum Kamp Vught. Hier initieerde ze het monument voor de weggevoerde Joodse kinderen. Juni 1943 werden bijna 1300 kinderen tot 16 jaar al dan niet met hun ouders, afgevoerd naar Sobibor. Onder hen haar zusje en haar ouders.

Ze leefde met de oorlog, want de oorlog bepaalde haar leven.

Ze was aanwezig bij praktisch alle openingen van deze reizende tentoonstelling. Behalve in Duitsland. Dan kwam ze niet. Omdat – zoals ze dat zelf zei: “Ik was daar al een keer en dat is me niet goed bevallen”.
Ze sprak wel met Duitse jongeren en ze ging naar scholen, waar ze vertelde; zonder gruwelijke details. Ze wilde niet dat kinderen nachtmerries krijgen. Haar verhaal hield ze dichtbij zichzelf, persoonlijk.

Verhalen vertellen en een betekenis geven in het heden: dat is wat wij ook doen in deze tentoonstelling en in de andere projecten die we bewerkstelligden:
een documentaire en lespakket over de Joodse Kinderen in Kamp Vught die in Sobibor werden vermoord.

Verhalen 100 malen. Een eductieve documentaire en handleiding op internet, gericht op hulpverleners die in aanraking komen met mensen die een trauma in hun leven ervaren hebben als gevolg van (oorlogs)geweld.
In de documentaire wordt niet ingegaan op de gebeurtenissen in de concentratiekampen maar op de impact die deze op de twee hoofdpersonen en Auschwitzoverlevenden, Lotty Veffer en Ernst Verduin, hebben gehad. We laten zien dat ze het leven weer oppakten en leefbaar maakten. Dit maakt dat de documentaire voor verschillende doelgroepen inzicht geeft in de mentale en emotionele processen van oorlogsverwerking en de (positieve) rol die het vertellen van verhalen daarbij kan hebben.
Nooit Voltooid Verleden – Sporen van de Holocaust in Sobibor opgegraven  is een educatieve website over de opgravingen in Sobibor.

Vier jaar geleden overleed mijn moeder op 97-jarige leeftijd. Dit is de laatste (en 24e!) plaatsing van de tentoonstelling. Komende 10 juli op haar 101e geboortedag wordt de stichting opgeheven. Wat er gebeurt met alle verhalen, daar gaan we het op 26 april ook over hebben.

Mirjam Huffener, Amsterdam april 2022
0654623595, info@lottyvefferfoundation.nl