Na de machtsovername van Hitler vluchten duizenden Joodse Duitsers naar Nederland. Zij worden vanaf februari 1939 ondergebracht in het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork in Drenthe. Vlak voor de Duitse bezetting telt dit kamp ongeveer 750 Joodse vluchtelingen. Na de Nederlandse capitulatie mogen zij het terrein niet meer verlaten.

Begin juli 1942 wordt Westerbork omgedoopt tot Judendurchgangslager (Doorgangskamp voor Joden). Het dient voortaan om Joden, Sinti en Roma naar het oosten te deporteren. Op 15 juli worden de eerste Joden op transport gesteld. Er volgen nog 92 transporten. De meeste gevangenen worden in Auschwitz-Birkenau en Sobibor vermoord.

In totaal heeft het kamp 101.525 Joodse gevangenen geherbergd, veruit de meesten niet langer dan enkele weken en sommigen zelfs maar enkele uren. Ruim tweehonderd Joden weten uit het kamp te ontsnappen.

Als op Dolle Dinsdag (4 september 1944) een voorbarige bevrijdingsroes over Nederland komt, zoeken veel NSB’ers in kamp Westerbork een veilig heenkomen. Na drie weken vertrekken ze weer: vrouwen en kinderen veelal naar Duitsland, mannen naar huis. Begin 1945 worden ongeveer 380 niet-Joodse, vrouwelijke politieke gevangenen in Westerbork gevangengezet.

Op 12 april 1945 treffen de Canadese bevrijders in het kamp nog circa 900 gevangenen aan.

WesterborkAdres

WesterborkTekst

Bedankkaartje Paket empfangen (Pakket ontvangen) door M. Hauer-Herz verstuurd vanuit barak 73 in Westerbork naar Amsterdam. De datum van het poststempel is 11 december 1942.
Westerbork appel Yad Vashem 42004

Op weg naar het appèl; collectie Yad Vashem

JulesPolakWesterborkAdres
Briefkaart afgestempeld op 14 juli 1943 van Jules Polak aan zijn broer Martin en familie, gevangenen in Westerbork. De afzender ging op transport naar Sobibor en gooide deze kaart uit de trein. De ‘smokkelbrief’ bereikte Westerbork.
Jules Polak overleefde Sobibor niet. Bij het uitbreken van de oorlog was hij militair. Op 29 april 1943 moesten alle militairen zich melden voor internering in Duitsland. Polak, die er niet Joods uitzag, werd aangeraden zich te melden. Hij deed dit niet, hij wilde niet vrijwillig naar Duitsland gaan. Circa tachtig Joodse Nederlandse militairen deden het wel. Zij hebben waarschijnlijk allen overleefd.
Omdat Martin Polak op de zogenaamde Austauschliste (uitwisselingslijst) voor Palestina stond, kwam hij op een speciale afdeling in Bergen-Belsen en overleefde op die manier de oorlog.
Kaart ter beschikking gesteld door Martin Polak

JulesPolakWesterborkTekst

Lieve Allen,
We zijn met 48 personen vertrokken. Het gezelschap gaat. Ik ben ‘Wagonleiter’ en draag gelukkig weer een baard. Pijnappel zit bij mij in de wagen. De stemming is goddank goed. J. v/d R. sprak ik nog in de trein evenals Arie. Marcus zit een wagen verder. Net toen ik Ellen goedendag wilde wuiven draaide ze zich om. Volgende keer beter! Nu luitjes, ik weet werkelijk niets meer te schrijven. Ik hoop jullie gauw weer in Mokum terug te zien, tot zolang dus. Heel veel zoenen van allemaal, van
Jules

WeillWesterbork

Aangetekende briefkaart van de Joodse Duitser Siegbert Weil aan familie in Duitsland, op 28 november 1943 verstuurd vanuit Westerbork, met censuurstempel Geprüft 4 en een groot censuurstempel met davidster: Zensur Kommission für Jüdische Gesetze in den Niederländen. De postzegels zijn niet afgestempeld, omdat de post werd verzameld door de Joodse Raad in Amsterdam.