Thea hoopt terug te kunnen keren naar Winterswijk. Daar heeft ze een verhuisvergunning voor nodig, die ze moet aanvragen bij de Joodse Raad. Wolfgang dringt er herhaaldelijk op aan daar vaart achter te zetten. Hij schrijft haar dat hij wel een betrekking voor haar in Winterswijk kan regelen. Ondertussen zorgt hij ervoor dat Thea in het weekend met een vrachtwagen mee kan rijden van Zutphen naar Winterwijk en terug.


28 Juni

Zondagmiddag. Omdat ik zo heerlijk vroeg ben, kan ik nu weer verder. Ida en ik hebben afgesproken dat we de volgende keer op de tandem naar huis gaan, maar daar kwam niets van, want we moesten onverwacht de fietsen inleveren.
Dus mogen we dat ook al niet meer.
(…) Wat waren we down, nu we niet meer naar huis kunnen.
(…) Ook zijn Ida en ik naar Mijnheer Spier geweest om te zien of we een verhuisvergunning konden krijgen.
Dinsdagavond krijgen we hopelijk bericht want hij schrijft voor ons naar de Joodse Raad.


10 Juli 1942

Oh, wat voel ik me doodongelukkig.
Ten eerste heb ik Wolfgang dinsdag al geschreven en nog geen antwoord terug, het is nu vrijdag wat zou er toch zijn, het is nu zo’n vreselijke tijd.
We mogen niet meer na acht uur de straat op.
Als ik ’s avonds even tijd heb, dan ga ik er om 7 uur nog even uit. Ik voel me net zo’n gevangene.
Verder mogen er bij Joden geen boodschappen meer bezorgd worden.
Als ik nu de bakker zie aankomen, ga ik gauw naar buiten om het aan de kar te kopen. Verder mogen we niet meer bij Christenen thuis komen. Ze maken ons leven onmogelijk.
We mogen ook haast geen gas en elektriciteit gebruiken, maar het allerergste heb ik nog helemaal niet geschreven.
Er wordt verteld dat de Duitse Joden allen naar Silezië moeten en dat er tussen 14 en 15 Juli ’s nachts een paar duizend uit Amsterdam moeten vertrekken. Oh G’d als dat eens waar is.
Ik maak me zo bang voor Wolfgang. Hij heeft helemaal nog niet teruggeschreven. Als hij maar niet weg moet.
Wat moet ik doen!
Meegaan en trouwen of hier blijven?
Ik weet het niet en met de oorlog gaat het zo slecht, de moffen winnen almaar, waar dat naartoe moet!
Als het nog lang duurt gaan we allemaal onze dood tegemoet.
(…) Want als je eenmaal naar Duitsland moet ben je weg.
Wat moeten wij Joden toch lijden.
Zo jong en allemaal dood.


Op 12 juli schrijft Wolfgang een lange brief naar Thea in het Duits, omdat hij zich daarin beter kan uitdrukken. Hij schrijft dat de redding wel snel moet komen, want anders gaat iedereen naar het oosten. Dit wordt meteen gevolgd door een huwelijksaanzoek, want ook al zou dit niets opleveren: geteiltes Leid ist halbes Leid.

Hij eindigt in het Nederlands:

Met A’dam is zeker iets niet in orde Thea want er moeten 4800 naar (vermoedelijk) Polen. (…)


Thea laat Wolfgang weten dat ze in normale omstandigheden zo met Wolfgang zou trouwen, maar de omstandigheden zijn natuurlijk allesbehalve normaal. Wolfgang reageert meteen:

Woensdag-avond 15.7.42

Lieve meid!

Je brief heb ik ontvangen en waarlijk, het was een bizonder lange brief maar je gebruikt ook kleine fellen en is het dus iets bedrog. Van hier verder alles goede te berichten, zover dat dan de omstandigheden toe laten. Enige lui zijn niet opgekomen maar dat mondelijk. Pauli is ook weer thuis. Ik hoorde dat Zelma ook naar Duitsland (of Polen??) moest. Dat 70% niet opgekomen is, is juist. Er moet een panik in A’dam wezen, maar fijn, dat kun jij je wel voorstellen.
(…)
Nou het “trouwen”. Je schrijft als alles normaal was zou ik dadelijk ja zeggen. Neen Thea, als alles normaal was zouden we juist niet trouwen. Dan heb je de tijd nog wel. Vind je niet ook?
Maar je hebt gelijk, we kunnen er beter mondeling over praten.
(…) Hoor es, Thea. Voor een verloving krijg je wel een reisvergunning. (…) In W’wijk wordt wel voor een verloving de vergunning verstrekt. Geef dit dus op.
(…) Met Polen moet je het nou niet te gek voorstellen. Je gaat maar zo niet dood en geloof die gruwelverhalen nou niet!


Als een verhuisvergunning uitblijft, dringt Wolfgang erop aan dat Thea toch naar Winterswijk terugkeert. Hij is bezig te regelen dat ze kunnen onderduiken. Op 17 juli 1942 schrijft hij:

(…) Stuur nou al s.v.p. je koffer met wat kleren want je neemt hem niet mee in de wagen. Verder hoef jij je niet bang te maken want aangehouden wordt je niet en al word je aangehouden, een politieagent anz. doet je niets. Dus – als ik in jou geval was zou ik het doen meisje. Ik zeg natuurlijk niet, kom dan en dan en we rekenen op je, je moet het zelfs weten maar bang wezen in de achterhoek hoef je niet. Verder is hier nog een boel te bespreken dat kun jij je wel denken. Je kunt zeker 14 dagen blijven. Je hoef aan Mevr. niets zeggen, da redden we ons wel mee, in ieder geval denk je nou es aan je zelf want er staat meer op het spel als kamers stoffen, thee aan bed brengen of kousen stoppen. Dus dan hoor je nog wel van me. Stuur nou al je koffer met wat nu. Veel liefs en zoenen je Wolfgang

Portretfoto van Thea, die zij in augustus 1942 voor haar zus Betty laat maken


Wolfgang maakt van alles voor zichzelf in orde: rugzak, zaklantaarn, hij gaat preventief naar de tandarts en de huisarts schrijft hem, waarschijnlijk ook preventief, medicijnen voor. Op 26 juli is Thea terug in Winterswijk. Allerlei mensen zijn druk bezig met rugzakken. Ook trouwen er vrienden.


26 Juli

Ik ben nu thuis en zit hier op de divan te krassen.
Ben holderdebolder thuisgekomen met een vrachtauto van Mensing! Samen met Ida achterin de vrachtauto bij het houtskool en ik was pikzwart toen ik eruit kwam. Ik zag in de verte Martha lopen en ben gauw naar haar toegegaan. Oh, wat is het een vreselijk tijd.
In Amsterdam is het transport in volle gang en als dat gebeurd is, wie weet komen ze dan hier?
Hier naast bij Philips zijn ze allemaal druk bezig met de rugzakken, Liesje heeft er trouwens ook al één gekregen.


Thea gaat toch weer terug naar Zutphen.


Aug. 1942

Thuis geweest en nu weer hier.
Een vreselijke toestand, in Amsterdam halen ze gewoon Joden van de straat. Elke dag kan dat hier ook gebeuren, dan moet ik zorgen dat ik weg ben, daarom stop ik de dagboeken maar weg in een koffer.
Kwamen de Engelsen maar.


Op 7 augustus bericht Wolfgang aan Thea dat voor haar een onderduikadres is geregeld; voor hemzelf is dat nog niet in orde. Het ziet ernaar uit dat hij naar een werkkamp moet, maar hij hoopt op een vrijstelling.


7 augustus

(…) Gisteren is Mijnheer hier geweest en schijnt dat voor jou alles in orde komt. Heb vanmiddag ook met je moeder gesproken en is ze freeselijk bang dat je gekke dingen zult uithalen als het voor mij niet in orde komt. Je hebt schijnbaar geschreven dat, als ik niets heb, jij alleen ook niet gaat.


Geen datum

Zoals je het misschien kunt denken heb ik ook een oproep voor de keuring gekregen en moet ik Dinsdag a.s. voor de keuring. Alle Duitsers tot 60 jaar hebben een oproep gekregen. Het is voor werk in Nederland. Natuurlijk doen we nog alle moeite voor vrijstelling enz. enz. Mijn baas gaat morgen maandag naar Arnhem voor het bewijs van de Rijksgebouwendienst. (…) ik heb de z.g.n. lijding voor een schilderskursus van jongens van 11-16 jaar. (…)


Thea is nog niet ondergedoken als Wolfgang een oproep krijgt voor werkkamp Ruinen.


20 september 1942

(…) Van hier zo ver alles o.k. behalve dat ik en nog heel veel anderen een oproep voor het werkkamp hebben en zou ik dan Vrijdag na Ruinen moeten vertrekken. De Joodsche Raad werkt verder nog druk en ook voor mij en proberen uitstel te krijgen. (…)
Het kan wel Woensdag of Donderdag worden tot we de uitslag hebben. Voor jou maak je geen zorgen dat komt in orde.