De volkerenmoord op de Sinti en Roma is lange tijd niet als zodanig erkend. Mede daardoor is in vele landen met serieus onderzoek naar de Porajmos pas meer dan veertig jaar na de oorlog een begin gemaakt. Een probleem dat onderzoekers hoe dan ook zouden hebben gehad, is door het verstrijken der jaren nog veel groter geworden. Er zijn – anders dan in het geval van de Joden – weinig schriftelijke bronnen waarop ze zich kunnen baseren, doordat Sinti en Roma vooral een orale cultuur hebben. Verklaringen van ooggetuigen zouden die leemte moeten opvullen, maar hoevelen waren veertig of meer jaren na dato nog in leven, hoevelen van hen waren en zijn bereid over de verschrikkingen te praten (nog los van het gegeven dat vele Sinti en Roma na eeuwenlange en nog steeds voortdurende discriminatie liever niet als zodanig bekend willen staan), en hoe gedetailleerd en betrouwbaar konden en kunnen hun verhalen nog zijn?

Over het aantal slachtoffers onder de Sinti en Roma zijn en worden tussen onderzoekers felle debatten gevoerd. 1 Hun schattingen lopen uiteen van minder dan 200.000 tot anderhalf miljoen.

De eerste grote moeilijkheid is dat het volstrekt onduidelijk is hoeveel Sinti en Roma er voor de Tweede Wereldoorlog in Europa leefden. In veel landen waren Sinti en Roma niet of niet als zodanig geregistreerd (bij volkstellingen bestond vaak niet de mogelijkheid aan te geven dat men Sinti of Roma was). Velen ‘profileerden’ zich ook niet als Sinto of Rom, teneinde betere kansen te hebben in het maatschappelijk leven. 2 Rondreizende Sinti en Roma overschreden vaak landsgrenzen.
In grote delen van Oost-Europa, waar verreweg de meeste Sinti en Roma woonden, zijn bovendien Joden, Sinti, Roma en tegenstanders van de nazi’s op grote schaal ter plekke afgeslacht. Dat is meestal niet in documenten vastgelegd. Voor zover dat wel het geval was, zijn de Sinti- en Roma-slachtoffers vaak in een rubriek als ‘overigen’ opgenomen. De vervolging en vernietiging van de Sinti en Roma in West-Europa is voor een deel wel vastgelegd, met name in transportlijsten en kamparchieven, maar ook hier geldt dat Sinti en Roma lang niet altijd als zodanig staan vermeld.3

Van het aantal Sinti en Roma dat er was, dat overleefde en dat vermoord werd, kunnen dus alleen grove schattingen worden gemaakt.

De aantallen waarvan de Duitse bondsregering en het Duitse Sinti- en Roma-documentatiecentrum 4 uitgaan – zo’n 500.000 slachtoffers onder 1,5 miljoen Sinti en Roma in Europa – lijken plausibeler dan aantallen als 200.000, 800.000 of anderhalf miljoen slachtoffers.

Over de lage schattingen
Wat lage schattingen betreft, lijkt naast al genoemde redenen een rol te spelen dat vooral overheden van landen die zelf een actief aandeel in de Porajmos hebben gehad, het aantal slachtoffers zo laag mogelijk inschatten. Twee voorbeelden.

Kort na de oorlog becijferde een Roemeense regeringscommissie het aantal Sinti en Roma dat na deportatie door Roemenië naar Transnistrië (een gebied tussen Roemenië en Oekraïne, tegenwoordig deel van Moldavië) was omgekomen op 36.000. Later werd dit aantal bijgesteld naar 11.000 op een totaalaantal van 26.000 gedeporteerden.

De Tsjechoslowaakse regering verklaarde kort na de oorlog dat er nog slechts circa 300 Sinti en Roma in het Tsjechische deel van het land leefden. Het aantal slachtoffers onder de Tsjechische Sinti en Roma werd later op circa 5.000 geschat (op een vooroorlogs aantal van 15.000), die onder de Slowaakse op tussen 800 en 10.000 (van de 80.000).

Een aantal van 5.000 slachtoffers onder de Tsjechische Sinti en Roma is onwaarschijnlijk laag, evenals de lage schatting voor Slowakije. Ten eerste bedroeg het aantal Sinti en Roma in Tsjechië voor de oorlog waarschijnlijk 35.000 of meer (en dat in Slowakije waarschijnlijk veel meer dan 80.000). Vanaf 1939 vluchtten weliswaar Sinti en Roma van Tsjechië naar Slowakije, maar er zijn geen bronnen die aannemelijk maken dat er vele duizenden Slowakije binnen kwamen.

Ten tweede werden in Tsjechië al voordat het in maart 1939 door Duitsland werd bezet Sinti en Roma naar dwangarbeiderskampen afgevoerd, en groeide het aantal van die kampen, waar de omstandigheden uiterst beroerd waren met vele doden tot gevolg, daarna tot 200. Kamp Lety functioneerde bovendien als vernietigingskamp.5

Slowakije werd na een opstand tegen het marionettenregime daar, in het najaar van 1944 door Duitse troepen bezet. Een SS-Einsatzgruppe en Wehrmacht-eenheden maakten daarna meedogenloos jacht op de Slowaakse Joden, Sinti, Roma en de deelnemers aan de opstand, onder wie ook vele Sinti en Roma.

Een en ander maakt het niet plausibel dat het aantal slachtoffers in Tsjechoslwakije ‘slechts’ 5.800 (5.000 + 800; laagste officiële schatting) tot 15.000 (5.000 + 10.000; hoogste officiële schatting) heeft bedragen.

Over de hoge schattingen
Er zijn ook schattingen die veel hoger uitkomen dan 500.000 slachtoffers onder de Sinti en Roma. De Amerikaanse, van oorsprong Poolse, diplomaat Zbigniew Brzezinski (1928-2017; o.a. adviseur van de presidenten Johnson en Carter) hield het op 800.000 6. Sybil Morton (1941-2000), historica bij het US Holocaust Memorial Research Institute, schatte het aantal op “ergens tussen een half en anderhalf miljoen”, aldus Ian Hancock, directeur van het Romani Archives and Documentation Center van de Universiteit van Texas, in verscheidene publicaties.

Hancock, zelf een Rom, is waarschijnlijk het meest uitgesproken in de mening dat het aantal slachtoffers veel en veel hoger dan 500.000 heeft gelegen. Hij onderbouwt die mening vooral met in de jaren negentig boven tafel gebrachte bewijzen over wat er in het Tsjechische kamp Lety is voorgevallen – het functioneerde zowel volgens getuigen als documenten als vernietigingskamp – en onderzoek uit 2006 naar de aantallen slachtoffers in het Kroatische vernietigingskamp Jasenovac 7: niet bijna honderdduizend, maar 300.000 tot 700.000. Op grond van het onderzoek over Jasenovac concludeert Hancock dat niet, zoals werd aangenomen, circa 50.000, maar 80.000 tot 100.000 Kroatische Sinti en Roma zijn vermoord.

Hancock veronderstelt dat ook de aantallen slachtoffers in andere landen systematisch te laag zijn geschat. Hoewel dit waarschijnlijk is – bijvoorbeeld voor de Sovjet-Unie waar het aantal Sinti- en Roma-slachtoffers standaard op 30.000 wordt gesteld, maar mogelijk veel hoger lag – is, en maakt Hancock, een totaal aantal slachtoffers van ver boven de 500.000 niet aannemelijk. Het wekt de indruk dat Hancock overdrijft in reactie op het decennialang uitblijven van erkenning en herdenking 8 van de Porajmos.

Uiteindelijk doet het er niet toe of er 200.000 of anderhalf miljoen slachtoffers waren: in beide gevallen is een niet te bevatten aantal mensen en hun nabestaanden onnoemelijk leed toegebracht.

Hier een overzicht met naast gangbare schattingen van het aantal Sinti- en Roma slachtoffers per land, een hogere maar plausibele schatting, met tevens een beknopte beschrijving van de toedracht van de vervolging.

Overzicht van de vervolging van Sinti en Roma.def

1) Felle discussies zijn ook gevoerd over de vraag of ook in het geval van de Sinti en Roma van een racistisch gemotiveerde volkerenmoord sprake was. Volgens sommigen was dat niet het geval en is de vervolging en vernietiging van Sinti en Roma niet met die van de Joden te vergelijken. Zie: Opferkonkurrenzen. Debatten um den Völkermord an den Sinti und Roma und neue Forschungsperspektiven, Karola Frings, 2015, uitg. Vienna Wiesenthal Institute for Holocaust Studies (http://simon.vwi.ac.at/images/Documents/SWL_Reader/2015-1/2015-1_SWL_Fings/SWL-Reader_Fings.pdf)

2) Bronnen: Blank Pages of the Holocaust: Gypsies in Yugoslavia During World War II (dissertatie), Elizabeta Jevtic, 2004, Brigham Young University (http://scholarsarchive.byu.edu/etd/149); Slowaken zijn al eeuwen gewend aan Roma, maar gaan bijna niet met ze om, Martijn Roessingh, in: Trouw, 24 november 1999

3) Bron: Sinti und Roma unter dem Nationalsozialismus, Ulrich König, uitg. N. Brockmeyer, 1989

4) Het Dokumentations- und Kulturzentrum Deutscher Sinti und Roma, gevestigd in Heidelberg

5) Bronnen: And No One Will Believe You, Markus Pape, 1997, uitg. GplusG; Black Silence, The Lety Survivors Speak, Paul Polansky, 1998, uitg. GplusG

6) In Out of Control: Global Turmoil on the Eve of the 21st Century, Zbigniew Brzezinski, 2010, uitg. Simon and Schuster

7) The Suffering of the Roma in Jasenovac, in: Jasenovac and the Holocaust in Yugoslavia, Barry M. Lituchy, 2006, uitg. Jasenovac Research Institute (New York)

8) In Berlijn kwam er bijvoorbeeld pas in 2012 een gedenkteken voor de Sinti en Roma, nadat de Bondsdag in 1999 had beslist dat het – in 2005 gerealiseerde – monument in de Duitse hoofdstad alleen aan de Joodse slachtoffers van het nationaal-socialsme gewijd zou zijn.