Moldavië was tot 2 augustus 1940 een ‘autonome republiek’ binnen de Sovjet-republiek Oekraïne. Toen werd het zelf een Sovjet-republiek. (Sinds 27 augustus 1991 is Moldavië onafhankelijk.)

Bij de aanval van Duitsland en zijn bondgenoten op de Sovjet-Unie in juni 1941 wordt Moldavië bezet door Roemenië. Binnen enkele dagen worden in Iasi ten minste 4.000 Joden vermoord. Duizenden anderen worden in goederenwagons gedeporteerd naar andere steden in Moldavië, waarbij velen door gebrek aan voedsel en water sterven.

11.000 overlevenden in de Moldavische hoofdstad Chisinau worden in juli ’41 in een getto gedreven en moeten in barre omstandigheden dwangarbeid verrichten. Velen bezwijken daaronder.

Het totaal aantal Moldavische slachtoffers van de moordpartijen die Roemeense politie- en legereenheden aanrichtten, zowel in samenwerking met de SS als op eigen initiatief, kan niet worden bepaald. Velen vluchtten naar oostelijker streken in de Oekraïne, waar ze vaak alsnog slachtoffer werden van SS-Einsatzgruppen.

In de zomer van ’44 heroveren Sovjet-troepen Moldavië.