Op 12 maart 1938 marcheren Duitse troepen Oostenrijk binnen en de volgende dag wordt het land bij Duitsland gevoegd: de zogeheten Anschluss. Onmiddellijk worden anti-Joodse maatregelen doorgevoerd. van Linz.

Op 16 mei 1938 neemt de SS de granietsteengroeve Mauthausen, 20 kilometer ten zuidwesten van Linz, in gebruik, met ‘gewone’ arbeiders. Op 25 mei krijgt de SS ook de granietsteenbedrijven in Gusen in bezit, eveneens nabij Linz. Er is veel graniet nodig voor de bouwwerken die Hitler wenst. Van Linz wil hij een Führer-Stadtmaken, en ook daarvoor is graniet nodig.

Op 8 augustus 1938 wordt Mauthausen een concentratiekamp volgens het vernietiging-door-arbeid-principe. Er worden in eerste instantie politieke gevangenen opgesloten, onder wie Spanjaarden die tegen Hitlers bondgenoot Franco hadden gestreden. Daarna ook Sinti, Roma, vele Joden (vooral uit Polen en Hongarije) en Sovjet-krijgsgevangenen.

In de nacht van 9 op 10 november 1938 beleeft Wenen, waar de grote meerderheid van de ruim 200.000 Joden in Oostenrijk wonen (onder wie ongeveer 20.000 vluchtelingen uit vooral Duitsland en Polen) zijn eigen, zeer hevige Kristallnacht. Winkels en bedrijven van Joden worden beroofd en vernield, en de meeste synagogen worden platgebrand, waarbij de brandweer werkeloos toeziet. 27 Joden worden vermoord. Zo’n 6.000 Joden worden gearresteerd en vervolgens gedeporteerd, de meesten naar Dachau, sommigen naar Buchenwald.

Er volgt een grote uittocht van Joden uit Oostenrijk. Midden ’42 zijn naar schatting 145.000 van hen gevlucht.

Van de achterblijvers worden er 45.000 tot 50.000 gedeporteerd naar de getto’s van Minsk, Riga, Kaunas, Vilnius, Lodz en de regio-Lublin. Velen worden kort na aankomst doodgeschoten door SS-Einsatzgruppen, met name in Minsk en Riga. 15.000 Joden worden gedeporteerd naar Theresienstadt.

In november ’42 wonen er nog ongeveer 8000 Joden in Oostenrijk. Bijna 2000 van hen worden in ’43 en ’44 alsnog gedeporteerd. Ongeveer 6.000 overleven, van wie 800 door onder te duiken. De meeste overigen waren met niet-Joden getrouwd.

Van de ruim 11.000 Sinti en Roma in Oostenrijk worden er circa 7.500 vermoord.

Dat Mauthausen een verschrikkelijk oord is, waar velen al snel na aankomst de dood vinden, wordt in Nederland algemeen bekend. Om het verzet te ontmoedigen en de Joden te intimideren, dreigt SS-leider Hans Rauter openlijk met deportaties naar het Oostenrijkse kamp.

Begin 1941 worden 900 Joden uit Nederland uit wraak voor verzetsacties via kamp Schoorl en/of Buchenwald naar Mauthausen afgevoerd. Er overleeft niemand van hen. De meesten bezwijken binnen een half jaar door ondervoeding in combinatie met het extreem zware werk in de steengroeven. Ook de mannen die in september en oktober 1941 bij razzia’s in Gelderland en Overijssel worden opgepakt, worden naar Mauthausen gedeporteerd en daar vermoord.

Aan Mauthausen, werd een net van 52 nevenkampen verbonden, waarvan Gusen het grootste en beruchtste was. Ook kwam er in de buurt een zogenaamde ‘euthanasie’-inrichting: Hartheim. Naar Mauthausen en zijn nevenkampen zijn bijna 200.000 personen uit meer dan 30 landen gedeporteerd, van wie er van wie er 119.000 omgekomen zijn, ruim een derde van hen in Gusen. Velen door de dwangarbeid in de steengroeven, de barbaarse omstandigheden, besmettelijke ziekten en ondervoeding. Anderen doordat zij worden gefolterd of doodgeschoten door SS-bewakers, opgehangen, of vergast in de gaskamers van Mauthausen en Gusen. In Hartheim zijn minsten 18.269 mensen vergast.

In de laatste maanden van de oorlog raakt Mauthausen overvol en worden de omstandigheden voor de gevangenen steeds slechter.

Sovjet- en Amerikaanse troepen bezetten Oostenrijk in april en mei ’45. Wenen wordt op 4 april door Sovjet-troepen bevrijd, Mauthausen op 5 mei door Amerikanen.

Mauthausen NIOD 67336

Mauthausen, zomer 1941; © Collectie NIOD, Beeldbank WO2

Mauthausen Voitko

De envelop van een brief van Paul Voitko aan zijn vrouw Helene, op 21 november 1941 verstuurd vanuit Gusen, een berucht nevenkamp van Mauthausen.

Mauthausen Voitko Gestapo

Een envelop van de Gestapo geadresseerd aan Voitko’s echtgenote, waarschijnlijk met een bericht over de gevangenschap van Paul Voitko in Gusen.

Mauthausen Gusen

Vouwbrief van 3 mei 1944 vanuit het Mauthausense nevenkamp Gusen. In de voorgedrukte regels staat nog dat er tweemaal post mag worden gestuurd. Op de brief zelf is gestempeld: 1 x im Monat Postempfang. Regel 4 geeft aan dat het sturen van levensmiddelenpakketten is toegestaan. De SS steelt vaak uit de pakketten of ze komen in het geheel niet aan.