Bij het begin van de oorlog is Hollandsche Schouwbrug een populair theater in de Plantagebuurt in Amsterdam. In 1941 doopt de bezetter het theater om in ‘Joodsche Schouwburg’. Alleen Joodse artiesten mogen er nog optreden, voor uitsluitend Joods publiek. In augustus 1942 wordt het theater de plek waar Joden uit Amsterdam en omgeving zich in groten getale moeten melden voor deportatie of onder dwang naar toe worden gebracht. De ruimte is absoluut niet berekend op zoveel mensen, een wasgelegenheid is er niet, wc’s veel te weinig, wie liggend kan slapen heeft geluk. Kleine kinderen worden tot hun vertrek ondergebracht in de crèche tegenover het theater.

“Je kon je er geen voorstelling van maken, want je wist niks. Van degenen die weg waren hoorden we niets.” Kitty Wurms over de chaos in de Hollandse Schouwburg (00:02:34). Bron: getuigenverhalen.nl (‘Joodse kinderen in Kamp Vught’).
Tram vanaf HS 112970 NIOD lr

Tram van de Hollandse Schouwburg naar het Muiderpoortstation, april 1943; fotograaf Karel Bönnekamp, ©Verzetsmuseum Amsterdam

HS 96858 NIOD

De Hollandsche Schouwburg; © Beeldbank WO2

Voor kinderen uit de crèche worden ontsnappingsroutes ontwikkeld. Eerst worden baby’s in tassen e.d. gesmokkeld en op het Centraal Station aan verzetsmensen overgedragen. Later ontsnappen er ook kinderen op andere manier, bijvoorbeeld via aangrenzende panden en tuinen of door tijdens wandelingen te ‘verdwijnen’.

Vanuit de Hollandsche Schouwburg worden vele duizenden naar Vught of Westerbork en van daar naar hun vernietiging gevoerd.

In september 1943 wordt Amsterdam door de nazi’s judenrein (vrij van Joden) verklaard. Op 19 november ’43 wordt de schouwburg als deportatieplaats gesloten.

Er zijn in totaal 48.000 Joden via de Hollandsche Schouwburg gedeporteerd.