Eind 1944 is het duidelijk dat nazi-Duitsland de oorlog verliest. Vanuit het oosten rukken de Sovjet-legers op, vanuit het westen de andere Geallieerden. Maar voor de gevangenen in de kampen is het einde van de helse tijden nog niet in zicht. Honderdduizenden worden vanuit Polen en oostelijk Duitsland op dodenmarsen naar het westen gestuurd, voordat dat de naderende Sovjet-troepen hen kunnen bevrijden. Bijna de helft van hen bezwijkt onderweg of wordt door hun bewakers vermoord. Pas eind april, begin mei komt voor de overlevenden de bevrijding.