Nadat de Verwalter de zaak van haar ouders heeft overgenomen, werkt Thea daar nog even. Totdat dat ook niet meer mag. De familie Windmuller moet ook hun huis uit. Thea gaat als dienstbode in Zutphen werken. Wolfgang en Thea onderhouden contact met een intensieve briefwisseling. Wolfgang schrijft vrij goed Nederlands, maar verwisselt stelselmatig de ‘f’ en de ‘v’. In het weekend komt Thea met de trein naar Winterswijk. Als Joden niet meer met de trein mogen reizen, overbrugt ze de 50 kilometer tussen Zutphen en Winterswijk met de fiets en komt Wolfgang haar vaak halverwege tegemoet. En als de Joden hun fietsen moeten inleveren, regelt Wolfgang dat Thea met een vrachtwagen mee kan rijden.


18 Dec. ’41

Zo, nu weer eens klodderen in het dagboek, er is heel veel nieuws.
Wij denken dat we gauw uit ons huis moeten, dan zal die rot Poot er wel in komen wonen.
Hij zei vandaag tegen me of ik al een betrekking had, ik zei dat ik genoeg krijgen kon.
Liesje heeft geschreven op een advertentie.
Ik heb ook op een advertentie geschreven en het zal mij benieuwen hoe of dat gaat.
Familie Vromen, rijke mensen op de Deventerweg, zoeken een hulp.
Vorige week zondag waren we naar Zutphen toe.
Het was een gezellige dag, ze waren erg hartelijk voor ons. Ze is me niet meegevallen in knapheid.
(…) Ik heb niet veel geslapen, wat vind ik hem toch ideaal, ik hoop toch maar dat hij niet weg moet naar Polen of zo, dat droomde ik vannacht.
Ik zou het absoluut niet overleven. Hij zal toch ook wel echt om me geven, ik vind het werkelijk een prachtvent en ik hoop toch maar dat we altijd veel van elkander zullen blijven houden.
Nu ik in Zutphen ben, mis ik hem pas echt en voel ik me zo eenzaam.
(…) Als ik zo in mijn kamer zit en naar de foto kijk, dan weet ik pas hoeveel ik van hem houd. Was de oorlog maar voorbij en konden we maar naar Brazilië toe naar zijn ouders. Zou het nog eens gebeuren?
I don’t know. We zullen maar het beste hopen.
Omijn



Als ze één jaar verkering hebben maakt Wolfgang een certificaat voor Thea.

Wolfgang probeert de moed er bij Thea in te houden. Hij schrijft:

10 april

Gisteren hebben we de dakpannen geverft. Nogal een hoog karwei. Stonden de hele middag in de dakgoot (10 cm. water) en waren de voeten kletsnat. Daarbij kwam dat de wind zo lekker waaide en je je wel stevig vast moest houden en toch Thea vind ik het tof werk. De wind waait zo fijn om je oren en beneden zie je de mensen lopen en alles bij elkaar is het leven toch nog niet zo kwaad dan het lijkt. Kijk maar door de roze bril, je hebt er meer aan dan an alle klets en roddelpraatches waarde te hechten. Kop op het zal wel weer in orde komen en daarbij komt, dat ik jou, beste meid heb. Weet je, mijn moeder heb ik hier niet en verder is het ook niet altijd even prachtig maar het idee dat ik jouw heb, dat jij aan me denkt en me liev hebt doet een hele boel.

1942. Wolfgang aan het werk op een dak in de buurt van de Jacobskerk in Winterswijk.

26 april

(…) De hoofdzaak is dat we maar gezond blijfen en geld is maar bijzaak. We zijn hier allen erg optimistisch en hopen dat alles gauw afgelopen is, waarom zal ik je wel vertellen.
Jonge wat zullen we feest hebben hè schat en dan vertrekken we naar Brazilië, je zult es zien wat we nog gelukkig worden dus houd de moed maar in. (…)