Massamoord op gehandicapten en psychiatrisch patiënten

In 1939 start in Duitsland een geheim programma, bedoeld om gehandicapten en psychiatrische patiënten te vermoorden. Hitler noemt het de Gnadentod (genadedood), ook wel euthanasie.

Deze massamoord wordt gepleegd vanuit de ideologische overtuiging dat een sterk en zuiver volk beter verlost kan worden van ongezonde elementen. Geesteszieke en misvormde genen zouden op lange termijn schade kunnen toebrengen aan het Arische ras, zo is de redenering. Direct na de machtsovername van Hitler in 1933 was om die reden al een sterilisatie-programma begonnen, zodat ‘minderwaardige’ mensen geen kinderen meer konden krijgen.

propagandafoto

Propagandafoto’s als deze worden gebruikt in o.a. schoolboeken om de minderwaardigheid van verstandelijk gehandicapten te verbeelden; © Archiv Bezirkskrankenhaus Kaufbeuren

Ook al is het moordprogramma geheim, in de propaganda wordt veel ingespeeld op het idee van raszuiverheid. De nazi’s verwijzen naar de natuur, waar zwakkere dieren het eenvoudigweg niet overleven. Dat de moderne samenleving zieken verzorgt, vinden ze decadent. Bovendien kost het in hun ogen veel geld, dat ze liever besteden aan de gezonde Duitsers.

BPR-901-309-20150810091924

© Bundesarchiv, Berlin

Berlijn, 1 september 1939

Reichsleiter Bouhler en Dr. Brandt worden belast met de verantwoordelijkheid om de bevoegdheid van met naam gespecificeerde artsen dusdanig uit te breiden, dat zij naar menselijk oordeel hen die ongeneeslijk ziek zijn, met de meest kritische beoordeling van hun toestand, uit hun lijden kunnen verlossen.

Adolf Hitler
3_Archiv_der_Stiftung_Liebenau

Een clandestien gemaakte foto van de bus die patiënten ophaalt uit psychiatrisch ziekenhuis Liebenau, 1940; Archiv der Stiftung Liebenau, Meckenbeuren

Vergassingen, dodelijke injecties, ondervoeding
Het geheime programma heeft als codewoord ‘Aktion T4’. De naam is afgeleid van het adres van het centraal bureau Tiergartenstrasse 4 in Berlijn. Vanaf 1940 begint het daadwerkelijke moorden. Hiervoor zijn zes inrichtingen aangewezen: Grafeneck, Bernburg, Hadamar, Brandenburg a/d Havel, Hartheim en Sonnenstein.

De gebruikte methodes zijn vergassingen en dodelijke injecties. De patiënten worden vanuit hun bestaande kliniek overgeplaatst naar een van de zes geheime moordinrichtingen. Bij de patiënten zelf dringt door dat er iets niet klopt. Er zijn getuigenissen van paniek en verzet bij patiënten die mee moeten in de beruchte bussen, maar ze worden gemakkelijk overmeesterd.De massamoord begint op te vallen. Te vaak krijgt familie bericht dat hun geliefde is overleden aan een longontsteking. Op de moordplaatsen zelf bemerkt de omgeving de aankomst van stromen patiënten, gevolgd door rook uit de schoorstenen.

Na protest van de kerken wordt het T4-programma in augustus 1941 officieel stopgezet. Er zijn op dat moment circa 70.000 doden gevallen.

Maar het moorden gaat gewoon door – nu met systematische ondervoeding en foute medicatie. In talloze instellingen en ziekenhuizen worden in totaal ongeveer 200.000 patiënten gedood, waaronder minstens 5.000 kinderen. Einsatzgruppen zaaien dood en verderf in psychiatrische klinieken in Polen en Rusland.

Brief Ernst Putzki 1943

Ernst P. wordt eind 1942 opgepakt omdat hij zogenaamd briefjes met staatsvijandelijke inhoud verspreidt. Hij komt terecht in een instelling in Weilmünster, die in werkelijkheid een moordinrichting is. Ernst P. schrijft talloze brieven aan zijn familie om ze te vertellen wat er aan de hand is. Die worden allemaal onderschept. Ernst P. sterft op 9 januari 1943 aan ‘longontsteking’ in Hadamar, een beruchte euthanasie-instelling, 43 jaar oud.
© Archiv des Landeswohlfahrtsverbandes Hessen
Lieve moeder! We zijn overgeplaatst (naar Weilmünster), niet vanwege de luchtaanvallen, maar omdat het hier dunbevolkt is en ze ons hier gemakkelijker kunnen laten verhongeren. Nog maar een paar patiënten die tegelijk met mij vanuit Warstein hier zijn gekomen, leven nog. De mensen worden zo mager als een skelet en sterven als vliegen. Elke week zo’n 30 personen. De magere beenderen worden zonder lijkenzak begraven. (…)
Het eten bestaat uit twee plakjes brood met jam, heel soms met boter. Als lunch en avondeten 3/4 liter koolsoep. (…) De hongerdood hijgt ons in de nek, niemand weet wie de volgende zal zijn. Voorheen werden de mensen hier sneller vermoord en ’s ochtends begraven. Maar toen er verzet kwam van de bevolking, zijn ze begonnen met ons gewoon te laten verhongeren.